Dat de zon haar stralen
achterliet op jouw gezicht,
heldere sterrentwinkels
verstrooid raakten in je ogen,
je glimlach zich vormde
op het mooiste moment,
tot een blijvende bron van vreugde
voor wie haar mag zien,
moet wel het werk zijn van de goden
van de muze en de schoonheid,
die wat zij innerlijk bij je zien
wilden uitdrukken in je uiterlijke zijn
Die daar in de poppetjes van de ogen mag kijken zal veel geluk vinden of wijsheid
mooi verwoord over pure liefde